Op een avond in Sas van Gent, vol goede moed, begaf het Goese schaakteam zich naar de schaakclub om tegen de koploper HWP A te spelen. Goes A bestond uit vier spelers, namelijk Joey, Louis, Jari en Rinus, en HWP A bestond uit Ruzhansky, een 11-jarig kind, Renzo die al vier jaar niet had geschaakt, Marnix en Johan.
De avond begon al snel teleurstellend toen Joey verloor van Ruzhansky, ondanks een onprettige stelling. Ruzhansky wreef veel in zijn ogen, maar bleef ondanks dat verbazingwekkend weinig tijd verbruiken. Het leek erop dat het Goese team het zwaar zou krijgen.
De teleurstelling werd alleen maar groter toen Louis en Rinus allebei werden overrompeld in een Frans openingsvariant tegen Renzo en Johan. De vraag was of Jari het tij kon keren. En ja hoor, Jari deed het bijna! Hij speelde een briljante zet die het Goese team weer in de wedstrijd bracht.
Maar zoals zo vaak in het leven, zat het geluk niet aan de zijde van Jari. Hij verprutste zijn positie en kwam terecht in een toreneindspel met een minuspion. De situatie leek hopeloos, maar Jari gaf niet op en slaagde erin om met een grap, de "dolle toren", remise af te dwingen.
Na afloop van de wedstrijd wachtte het Goese team een andere uitdaging: de tunnel met een t-tag. Joey snapte er niets van en Rinus waarschuwde hem: "Niet ruiken, maar kijken!" Uiteindelijk werden de spelers van het Goese team netjes thuis afgezet. Of dat dachten ze tenminste... Louis werd afgezet bij nummer 28 in plaats van nummer 82!
Ondanks de teleurstellende resultaten van de wedstrijd, was het Goese team toch tevreden. Ze hadden gevochten als leeuwen en ondanks de tegenslagen de moed niet opgegeven. En wie weet, misschien zouden ze de volgende keer wel voor de verrassing kunnen zorgen. Of ze daarbij Ruzhansky zouden treffen was alleen maar de vraag. Het was immers duidelijk dat die kleine jongen zijn ogen niet in bedwang had.