Hans Welten:

De wedstrijden van Goes A en Goes B waren in verband met de KNSB competitie verplaatst van 5 november naar 12 november. Goes C speelde wel gewoon op 5 november. En toen kwamen met ingang van 6 november de nieuwe coronamaatregelen. Dat had impact op Goes A en vervolgens op Goes B. Alle basisspelers van Goes B speelden, alleen Rinus zat weer in het verkeerde team. De spelers van Goes C konden niet worden benut, omdat de originele speeldatum identiek is. Verdere invallers waren niet beschikbaar, zodat Goes B wederom 3 spelers had en met een 1 – 0 achterstand begon. En dat tegen Middelburg waar we al zo vaak spannende matches tegen speelden.

Middelburg A had nu wel een verzwakte opstelling ten opzichte van eerdere jaren. Ik kreeg dezelfde opening op het bord die ik in de interne competitie tegen Joey Grochal speelde. Toen speelde ik een slappe variant en verloor kansloos. Daardoor herinnerde ik me nu wel de betere scherpe variant. Nadat Aart lang rokeerde zette ik meteen de aanval in.

Hier dacht ik dat ik wel ging winnen. Ik speelde b4, dat had ik beter kunnen voorbereiden met a5. In de partij had ik toch snel voordeel kunnen bereiken, maar dat verzuimde ik. Vervolgens stond de witte koning helemaal ingebouwd op a1 en dacht ik dat ik met een loperoffer op a3 mat kon gaan geven. Dat viel tegen, want wit mag ook zetten doen. Een lastige dame wilde ik met een loperoffer op b4 als tussenzet verjagen. Het was echter geen vergiftigd offer, maar een echt offer. Het mat zou niet volgen zo gaf de computer aan. Wit had als respons zelf een loperoffer, waarvan ik onder de indruk was, maar dat was dus eigenlijk een blunder. Na een verkeerd uitgevoerde afruil mijnerzijds stond ik twee pionnen achter in een eindspel van T+L+6p tegen T+L+4p. Dankzij de nog steeds slecht staande koning op a1 en twee open lijnen voor de toren met matdreiging kon ik remise afdwingen door zetherhaling.

Jari Groen:

Jari kreeg na een niet zo kritieke variant in het Schots een voordeeltje wegens de wat zwakkere pionstructuur van zijn tegenstander, Arjan van Tuijl. Er werd dan ook een pion gewonnen, al werd er later een redelijk eenvoudige stukwinst gemist. Ondanks de gemiste kans stond Jari nog steeds een pion voor en werden de lopers en dames afgeruild waardoor er een dubbel toreneindspel ontstond waarin wit dus een pluspion had, maar zwart ook een vrijpion. Deze vrijpion kon echter niet naar voren. Langzaam werd de stelling verbeterd en toen de tijd van beide partijen slonk kwam de opening. Jari creëerde zelf een vrijpion en een paar torens werd afgeruild. De volgende stelling ontstond:

De toren op d4 staat geweldig en zwart kan niets doen. De koning werd langzaam naar de damevleugel gebracht en de a-pion werd opgespeeld, waarna werd opgegeven.

Erwin heeft zijn partij tegen Marcel ingevoerd in de computer met zijn commentaar erbij:
https://www.chess.com/analysis/game/pgn/5DtMrAoYTQ

Ondanks het ondertal keerden we huiswaarts met een nette overwinning.